Skip to content

Zelden krijgen wij de vraag: “Ik wil muzikant worden, en het maakt me niet uit op welke manier of op welk instrument.” Waarschijnlijk heb je al voor je bij ons aanbod kijkt een idee van wat je wilt gaan spelen, en zul je alleen als het echt niet bij je blijkt te passen overwegen iets anders te gaan doen. Of er misschien wel helemaal van af te zien.

Toch is het de meest verstandige houding om jezelf eerst te zien als musicus, en dan pas als instrumentalist/vocalist. Niet voor niets spreken we van een muziekinstrument; het is een hulpmiddel om de muziek die je van binnen hoort en voelt voor de buitenwereld te laten klinken. Als je topmusici vraagt waar de muziek die ze spelen ontstaat, zullen ze zonder uitzondering zeggen dat ze “hoorden” wat ze spelen, vóórdat ze het spelen. Dat lijkt misschien raar, maar vergelijk het maar eens met een gesprek: je weet al wat de boodschap is voordat je hem uitspreekt.

Bij het leren musiceren gaat het er dus in de eerste plaats om je muzikale boodschap zo nauwkeurig mogelijk te vormen, en hem daarna zo goed mogelijk te vertalen naar de bijbehorende handelingen op het instrument.

De keuze van het instrument is dan de belangrijke volgende stap. Misschien voel je je aangetrokken tot de trompet omdat hij zo mooi blinkt. Maar wist je dat je om deze goed te laten klinken dagelijks moet spelen? Misschien kies je voor de viool omdat een familielid dit speelt. Maar wist je dat het een enorme uitdaging kan zijn om precies zuiver te spelen? Of misschien heb je een oogje op de hobo vanwege de mooie klank. Maar wist je dat hoborieten kwetsbaar zijn en het vaak heel lastig is een riet te vinden of maken dat werkt op het moment dat jij het nodig hebt?

Een instrument moet dus bij je passen, niet alleen qua klank, formaat en karakter, maar ook wat betreft speelwijze en manier van studeren. Een docent kan je hier meer over vertellen.

Als je eenmaal een weloverwogen keuze hebt gemaakt kun je beginnen aan het lange leerproces om je het instrument eigen te maken. Hier komt natuurlijk een enorme hoeveelheid oefening bij kijken. Er wordt weleens gerept over 10.000 uur voordat je het echt kunt, maar dat is om een aantal redenen een raar aantal. Ten eerste hebben ze het dan meestal over iemand die op professioneel niveau speelt, en niet iedereen heeft als doel om op dat niveau terecht te komen. Ten tweede verschillen mensen in aanleg, en zal het voor de een sneller gaan dan voor de anderen. Bovendien maakt het een groot verschil of je je vaardigheden op het juiste moment in de juiste volgorde ontwikkelt, of dat je een hoop omwegen bewandelt op zoek naar de voor jou beste manier. Hier speelt je docent een belangrijke rol.

Maar misschien wel de belangrijkste vraag is wat je er zelf mee wilt gaan doen. Wat is je doel, en wanneer ben je tevreden? Het kost je geen jaren voordat je iets eenvoudigs kunt spelen, of met anderen kunt samenspelen. En hoewel we allemaal vol bewondering zullen luisteren naar iemand die een technisch veeleisend muziekstuk ten gehore brengt, je hoeft geen razendsnelle virtuoos te zijn om een veelzeggende muzikale boodschap te hebben. Sterker nog: met de eerste noten die je leert kun je al verbazingwekkend veel, als je maar weet hoe. Wederom is het je docent die de weg wijst. Benieuwd wie dat zou kunnen zijn? Kijk dan op onze docentenpagina voor een eerste kennismaking.

Back To Top